Rechtvaardiging door het geloof
Luther: “Ik was helemaal gegrepen door Paulus’ brief aan de Romeinen. Die moest en zou ik begrijpen. Maar het lukte niet, want er stond iets wat me tegenstond, in hoofdstuk 1: ‘Gods gerechtigheid wordt in het evangelie geopenbaard’. Ik had namelijk een hekel aan dat woord ‘gerechtigheid’. Dat kwam omdat ik dacht dat het betekende, dat je krijgt wat je verdient, dus dat God zondaren (zoals ik) straft. Zo leggen alle geleerden dat woord ook vaak uit; gerechtigheid is dat je krijgt wat je verdient. Ik liep daar dus op vast en was er dag en nacht over aan het nadenken.
Totdat ik door Gods genade naar de context keek. Er staat namelijk bij dat Gods gerechtigheid in het evangelie is geopenbaard en dat de rechtvaardige daardoor uit het geloof zal leven. Toen begreep ik dat Gods gerechtigheid niet is dat je krijgt wat je verdient, maar juist wat je niet verdient. Gods gerechtigheid is niet dat Hij zondaren straft, maar dat Hij hen rechtvaardig maakt, door het geloof. Toen ik dat door kreeg, was het alsof ik was herboren. Heel de Bijbel zag er nu anders uit! Zo’n grote hekel als ik eerst aan het woord had, zoveel hield ik er nu van. Deze tekst van Paulus werd voor mij de poort naar het paradijs.”
Vrijheid van een christenmens
Een klimaat van vrijheid wordt vaak genoemd als een kenmerk van de lutherse gemeenten in Nederland. Deze vrijheid houdt niet in dat je vrij bent maar ‘van alles’ te geloven.
Er is overeenstemming over waar het in wezen om gaat in Evangelie en Kerk.
Ook de lutherse kerkorde heeft veel zaken precies geregeld.
Luther heeft benadrukt dat er geen belemmering mag zijn in de relatie tussen God en mens. Geen kerkleiding heeft gezag over jouw verstaan van de bijbel, dat is een vraag voor het persoonlijk geloof van een ieder, waarbij de norm de bijbel is. Logisch gevolg was de publicatie van de bijbel in de volkstaal. Luther heft het verschil tussen leken en priesters op, doordat allen tot in de kern van hun bestaan delen in Christus’ eerstgeboorterecht, zijn koningschap en priesterschap. Het geloof gaat zich dan realiseren en manifesteren als liefde, die overvloeit naar buiten en de gestalte van dienstbaarheid aanneemt. Op grond van het algemeen priesterschap der gelovigen kan iedere christen ‘in broederlijk vermaan’ de ander vergeving en vertroosting aanzeggen.
Een bekend geschrift van Luther is “Von der Freiheit eines Christenmenschen” met hierin de centrale stelling:
“Een christen is in vrijheid heer van alle dingen en niemands onderdaan. Een christen is in dienstbaarheid knecht van alle dingen en ieders onderdaan.”
Deze stelling geeft aan dat er geen sprake is van een ongebreidelde vrijheid.
In de tijd van Luther betekende vrijheid vooral de mogelijkheid van de mens om voor het goede te kunnen kiezen.